Ben je net begonnen met fotografie? Heb je een nieuwe camera, maar weet je niet hoe je jouw camera instellen of waar al die instellingen voor zijn? Dit zijn de beste camera instellingen voor het diafragma, de sluitertijd en de ISO-waarde. Handige tips om het meteen goed te doen.
Je wilt jouw camera instellen, maar waar begin je? Er komt als beginnende fotograaf van alles op je af, dus een beetje richting kan in deze fase geen kwaad. Wat stel je als eerste in, wat kan er nog wel even wachten en is het allemaal echt zo belangrijk? We leggen het je uit, en waarschuwen je voor de meest gemaakte fout!
Bovendien geven we je een aantal handige tips mee, om het op je gemak te gaan uitproberen. De instellingen van je camera kun je namelijk maar op één manier écht leren kennen: door ermee te oefenen. Schiet foto’s, maak fouten en ontdek hoe het de volgende keer beter kan. Alleen op die manier krijg je de instellingen van je spiegelreflexcamera of andere fotocamera echt goed onder de knie.
Let op: we noemden ze hierboven al even, er zijn natuurlijk verschillende soorten camera’s. Heb je een digitale (compact)camera? Je kunt misschien niet alles instellen, zoals op een spiegelreflexcamera. Met een systeemcamera heb je de meeste mogelijkheden wel. Maar heb je een mogelijkheid niet? Gebruik dan gewoon de andere instellingen om toch een mooie foto te leren maken.
Natuurlijk kun je de fotocamera instellen op Automatisch en daar meteen redelijk mooie foto’s mee maken. Of zelfs een heel mooie foto, als je een keer geluk hebt. Het lijkt voor veel beginnende fotografen de snelste manier naar succes. Toch is het de meest gemaakte fout, omdat je er ontzettend veel waardevolle lessen mee weggooit.
Zou je bijvoorbeeld jouw spiegelreflexcamera instellen op de automatische stand? Dan doet de camera al het werk voor je, dus krijg je nooit te zien welk effect bepaalde keuzes hebben op je foto. Durf in plaats daarvan fouten te maken, kies voor de handmatige instellingen en ontdek hoe je straks een écht ooit foto maakt.
Tip: benieuwd wanneer je fotografeert op de automatische stand? Hoogstens als je snel een kiekje wilt maken, als je geen tijd hebt om je camera in te stellen. Dus ga je voor een mooie foto? Dan gebruik je de (semi)handmatige instellingen. Hulp nodig bij het maken van leuke foto's? Bekijk dan eens ons artikel over beginnen met fotografie
Wat zijn de beste instellingen voor jouw camera? En waarmee haal je de mooiste resultaten? Het is een uitstekende vraag. Waar we geen antwoord op hebben!
De perfecte instellingen bestaan niet, omdat dit volledig afhangt van waar je bent, wat je fotografeert en welke camera je gebruikt. Zelfs met een spiegelreflexcamera die je wilt instellen bestaat er geen combinatie die altijd werkt. Daarom leggen we je in plaats daarvan uit hoe je de belangrijkste instellingen kiest, net als een aantal andere mogelijkheden.
Benieuwd waar beginnende fotografen op letten als ze een mooie foto willen maken? Ze letten op de instellingen van:
Let op: ben je benieuwd wat de belangrijkste instelling is om een goede foto te maken? Ga dan uit van wát je wilt fotograferen. Dus wil je bijvoorbeeld bewegende beelden vastleggen? Bij sport- of straatfotografie kies je eerst de sluitertijd. Daar stem je vervolgens de andere instellingen op af. En zou je een landschap fotograferen of een portret maken? Dan begin je met het diafragma. De ISO-waarde stel je het liefst standaard in op 100 (Canon) of 200 (Nikon), om eventuele ruis zoveel mogelijk te voorkomen.
Het diafragma bepaalt twee belangrijke eigenschappen van de foto die je maakt.
Dus wil je een landschap fotograferen met zoveel mogelijk detail? Of wil je een appel op de voorgrond scherp stellen en de achtergrond juist wazig maken? Je stelt het diafragma in om dit voor elkaar te krijgen.
Landschap fotograferen versus de voorgrond vastleggen
Een landschap fotografeer je met een hoge waarde voor het diafragma. Je kunt jouw camera instellen op f/11, f/16 of bijvoorbeeld f/22. Je zal merken dat de camera scherp stelt op alles wat er te zien is, een beetje vergelijkbaar met hoe het menselijk oog werkt.
En wil je jouw camera juist instellen om iets op de voorgrond of achtergrond scherp te stellen, terwijl je de rest wazig maakt? Dan kies je een kleinere waarde voor het diafragma. Bij portretten kies je bijvoorbeeld voor een waarde tussen f1.4 en f5.6. Hoe lager de waarde, des te kleiner het deel waarop de camera zal scherp stellen.
Tip: kijk goed naar wat er allemaal scherp in beeld is op de foto die je maakt. Wil je meer detail vastleggen? Kies een hogere waarde voor het diafragma. Wil je juist een meer wazige achtergrond? Verklein de waarde voor het diafragma in de camera-instellingen.
Ga je de instellingen van je (spiegelreflex)camera kiezen als het gaat om de sluitertijd? Het is belangrijk om rekening te houden met de snelheid van dat wat je wilt fotograferen.
Hoge snelheid:
Fotografeer je bijvoorbeeld een auto die voorbijrijdt of iets dat naar beneden valt? Hoe hoger de snelheid ligt, des te kleiner jouw sluitertijd zal moeten zijn. Kies je bijvoorbeeld voor een sluitertijd van 1/1000s? De sluiter is een duizendste van een seconde open, waardoor eigenlijk alles dat je fotografeert op de foto stil komt te staan.
Stilstand versus beweging
Het is belangrijk om vooraf te bepalen of je jouw onderwerp helemaal stil wilt laten staan of dat je juist beweging wilt laten zien. Kies je bijvoorbeeld voor een sluitertijd van 1/125s of 1/250s? Je zal merken dat de wielen van de fiets en de achtergrond bewegen, maar dat de wielrenner zelf bijvoorbeeld mooi stil zit.
Staat het onderwerp dat je wilt fotograferen stil? Je kunt zonder problemen een langere sluitertijd instellen, de foto blijft mooi scherp. Houd er wel rekening mee dat dit tot overbelichting kan leiden, omdat er meer licht op de sensor valt.
Tip: wil je een foto maken van een bewegend onderwerp? Om de foto scherp te krijgen is het belangrijk om mee te bewegen met je onderwerp. Je gebruikt een techniek die ‘panning’ heet, door je camera mee te bewegen met de snelheid van het onderwerp dat je wilt fotograferen. Het vergt wat oefening om dit goed te doen zonder rare strepen te zien te krijgen.
Stel de camera in aan de hand van de snelheid van jouw onderwerp. En gebruik eventueel het diafragma om meer of minder licht toe te laten. Houd er wel rekening mee dat dit ook de focus kan veranderen, waardoor je meer of minder detail in beeld krijgt. Als je het diafragma niet aan wil passen en de foto bijvoorbeeld toch te donker blijft kun je kijken naar de ISO-waarde.
De ISO-waarde laat je het liefst op de standaardwaarde staan. Dat is 100 bij Canon en 200 bij Nikon. Met die waarde voorkom je onnodige ruis op de foto, voor een mooi scherp en helder beeld.
Wil je het diafragma niet aanpassen en zorgt de sluitertijd die je hebt gekozen voor een relatief donkere foto? Je kunt proberen de ISO-waarde te verhogen. Je zal merken dat de foto wat meer ruis krijgt. Probeer een goede balans te vinden, waarbij je de ISO-waarde gebruikt als sluitpost om de foto met voldoende licht in het beeld te kunnen maken.
De camera instellen kan in het begin nog best lastig zijn. Dat is iets waar alle beginnende fotografen tegenaan lopen, dus het is bepaald geen schande. De beste manier om het onder de knie te krijgen is om heel veel foto’s te gaan maken. Probeer er rustig een paar honderd te schieten, en ga er een paar dagen mee aan de slag. Kill our darlings door zelfs de beste foto’s toch weg te doen en te proberen nog een betere te schieten.
Probeer bovendien de meest extreme waarden voor het diafragma en de sluitertijd uit, om te zien wat dit doet met de uiteindelijke foto. En pas de ISO-waarde aan om zelf te ontdekken waarom het verstandig is om die zoveel mogelijk op de standaardwaarde te laten staan. Alleen op die manier ontdek je écht de instellingen van jouw camera, zodat je daar mee overweg kunt zodra het nodig is.
En heb je jouw foto's klaar? Laat de foto's afdrukken of maak een fotoboek over een bepaald thema.
Zelf een reactie schrijven